Met vlugge stappen schoot de bruine wolf door het bos, zijn oren gespitst en zijn tong uit zijn bek terwijl de wind door zijn vacht streek. Maar al snel minderde hij vaart en piepde een paar keer zachtjes van de stekende pijn vanuit zo ongeveer overal, hij was nog lang niet helemaal genezen, maar de korte wandelingetjes die hij soms maakte waren te weinig om hem echt van zijn pas teruggewonnen vrijheid te laten genieten, de vrijheid waar hij zolang naar verlangd had. Nog altijd hijgend strompelde hij nog een stukje verder. Het meer lag er verlaten bij, zo vroeg in de morgen maar er verschenen grote kringen in toen de rozige wolven tong het water opslobberde. Tristan ging na gedronken te hebben naast het meer liggen en slot zijn ogen.