Belle wandelde door het veld. Ze had honger, maar haar ogen speurde ze de vlakte af, er bleek niemand te zijn. Ze veranderde in een bleedschone witte wolvin. Haar ogen twinkelde in het zonlicht. Haar neus vond de geur van een prooi en ze begon te rennen. Soepel vermoorde ze het dier en at er van. Belle veranderde weer in een mens en deed wat bloed op haar vinger. Ze smeerde het bloed uit over haar lippen. Je zag nauwelijks dat het bloed was, en trouwens, vroeger werd lipstick zo gemaakt. Haar lippen waren knalrood. Ze nam uit haar zakje een borstel en een spiegelstje en begon haar haar te doen. Het viel golvend over haar schouders. Ze had de laatste tijd nogal weinig contact gehad en begon een beetje rare gewoontes te krijgen. Ze stopte de borstel en het spiegeltje weg en begon weer verder te wandelen.