Direct na de groeps vergadering was Tristan uit het dorp vertrokken en richting de abbys gegaan. Hij moest trainen, sterker worden en de zwaktes van de arena weer achter zich laten. Zijn twee oudste broer, Frank en Bill, hadden geluk zij hoefden niet te trainen om sterk te zijn, zij waren het al, het was hun kracht. Aan zijn eigen kracht had hij maar weinig, vond Tristan zelf, het was slechts dat hij soms minuscul kleine stukjes van de toekomst zag, en dan wist hij nog niks. Een van zijn broers, of hijzelf, zou terug de arena in gaan, maar het kon de kleine, Will, ook zijn als die wat ouder werd en dat zou hij vanzelf worden, hij wist niks, alleen dat iets zou gebeuren en dat hij er niets tegen zou kunnen doen, waarschijnlijk. Gefrustreerd gaf Tristan een trap tegen een boom aan en trok vervolgens zijn gezicht even in een grimas, slecht idee, je aggressie op bomen afreageren. Tristen nam een korte sprint en zette twee stappen tegen een boom aan waarna hij zich met zijn armen op trok en vervolgens op een tak ging zitten.